Toen klonk de koude stem van Arjun:
— “Je hebt gelijk. Ze is nog maar een meisje. Wat heeft het voor zin om haar op te voeden als ze toch gaat trouwen? Verwen haar niet te veel.”
Tranen stroomden over mijn gezicht. Ik trilde.
De man die ik het meest vertrouwde – de vader van mijn kind – was niet alleen onverschillig, maar ook medeplichtig aan het emotionele misbruik dat onze dochter onderging.
Ik zat naast haar bed en keek naar haar betraande gezicht.
Mijn hart vulde zich met verdriet en woede. Overdag glimlachte ze en sprak ze tegen me alsof alles goed ging… maar achter mijn rug om droeg ze de last van de afwijzing door haar eigen familie.
De volgende ochtend vroeg ik Arjun om in de woonkamer te komen zitten. Ik legde de cassetterecorder op tafel en drukte op play.
Stemmen galmden door de donkere kamer. Arjuns gezicht verbleekte.
Lees meer op de volgende pagina >>